Bintjes van eigen teelt


Bintjes

Vanwege de lekkere smaak snijden wij onze verse frites het liefst van Bintje aardappelen. Andere veel voor frites gebruikte aardappelrassen zijn geoptimaliseerd voor de verwerking door de frietindustrie. Deze aardappelrassen zoals Agria of Fontane leveren de fabriek veel kilo’s en veel grote aardappelen op, maar smaken veel minder lekker dan het Bintje. Omdat de meeste boeren hun aardappelen aan een fabriek leveren is het moeilijk om het hele jaar door Bintje aardappelen van hoge kwaliteit te verkrijgen. Daarom telen wij onze Bintje aardappelen zelf. Het seizoen waarin wij frites van Bintje aardappelen verkopen, loopt van september tot juni. In de zomer maanden gebruiken wij vroege “nieuwe” aardappelrassen, bijvoorbeeld Première.

Gezonde bodem

Het uitgangspunt voor een oogst van hoge kwaliteit is een gezonde bodem. Om de bodem na de aardappelteelt tot rust te laten komen is het belangrijk dat er niet ieder jaar hetzelfde gewas op één akker wordt geteeld maar dat de gewassen ieder jaar afgewisseld worden. Dit principe heet vruchtwisseling. De vruchtwisseling op de Onderste Hof is zeer ruim, omdat wij maar één keer in de vijf jaar aardappelen op dezelfde akker telen. In de overige vier jaar groeien er granen, suikerbieten en groenbemesters op de akkers.

Zuinig gebruik van grondstoffen en water

De lekkerste frites maak je van aardappelen die gedurende het groeiseizoen voldoende water tot hun beschikking hebben gehad. Door klimaatverandering worden de zomers in Nederland steeds warmer en droger. Met vochtsensoren en een eigen weerstation meten wij het vochtgehalte in de bodem van het aardappelveld. Zo wordt er precies berekend hoeveel er beregend moet worden om de aardappelen gezond te houden: niet te veel en niet te weinig.

Door de juiste wijze van beregening wordt energie bespaard, gaan er geen voedingsstoffen verloren en blijven de wortels van de aardappelen vitaal.

Groenbemesters

Na de graanoogst worden er groenbemesters gezaaid op de akkers van de Onderste Hof. Groenbemesters, zoals mosterd en bladrammenas, zijn speciaal geselecteerde planten die de bodem helpen herstellen en verbeteren. Ze zorgen voor een goede doorworteling, de opslag van voedingstoffen en een natuurlijke bestrijding van ongewenste in de bodem levende bacteriën. Daarnaast blijven de akkers door het gebruik van groenbemesters het hele jaar groen en bedekt, zo wordt CO2 opgeslagen in de bodem en erosie voorkomen.

Laag verbruik van gewasbeschermingsmiddelen

Een veel voorkomende schimmelziekte in aardappelen is phytophtora, ook wel aardappelziekte genoemd. Tijdens warme zwoele zomerdagen zijn de omstandigheden voor de verspreiding van de schimmel naar andere aardappelplanten ideaal. Wanneer de schimmelgroei niet voorkomen wordt, kan in het ergste geval de hele oogst verloren gaan. Om de aardappelen tegen deze schimmelziekte te beschermen worden gewasbeschermingsmiddelen gebruikt. Wij gebruiken een software programma, dat op basis van de hoeveelheid schimmelssporen in de omgeving en de weersverwachting het juiste moment voor een bespuiting met gewasbeschermingsmiddelen bepaald. Hierdoor hoeven wij alleen een bespuiting uit te voeren wanneer dit nodig is en wordt het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen beperkt.